Duinkerken 3
Donderdag, 13 augustus. We are up and about. Het is acht uur. We komen net ons bedje uit. Het waait weer pittig. Niet zo hard als gisteren, maar ik kan wel horen dat het zoeft, uit het noorden en beide feiten dragen niet bij aan een besluit de comfortabele haven te verlaten en noordwaarts te gaan. Dat zou niet goed zijn voor de gemoedsrust. We gaan er niet meer recht tegenin; ondanks onze tegenovergestelde aspiraties willen we niet meer motoren, niet met een zeilboot. Gek hè? Zo op het eind worden we nog eens zuiver in de leer! De grap hiervan is natuurlijk dat het morgen zuidwesten wind geeft, het weerbericht, en wij nog steeds met pensioen zijn. Lache man. We gaan nog maar een dagje vegeteren, denk?
Half twaalf. Komen net terug van het douchen. Prima douches in het nieuwe havengebouw. Er staat zelfs een automaat waar je snikkels, smarties, marsen en andere troep uit kan halen (tegen betaling uiteraard) Spiksplinternieuwe douches in redelijk bemeten hokken, goed te regelen, warm en koud bedoel ik. De straal is iets te zwak, maar voor de rest: perfect. Nieuw, heel en schoon en als je om elf uur sogges gaat: helemaal niemand te bekennen! Nu zijn we t.o.d.b. De zon schijnt inmiddels. Het waait nog steeds flink. Dat blijft het de hele dag wel doen ook, denk ik. We gaan morgen wel weg. Nu gaan we in de kuip zitten, naar de aalscholvers en de meeuwen op de golfbreker achter ons kijken. Daar moet ik toch eens een fotootje van maken.
Ingeborg had daar ook al aan gedacht. Gaan we nu doen. We moeten ook nog een foto maken van het nieuwe havengebouw en van die rare woningen aan de overkant, die in de afgelopen 5 jaar verrezen zijn. Koffie! Moet je koek? vraagt Ingeborg. Wat is dat nou weer voor een vraag!?
Vijf over één. De luns zit erin. Een soepje met toast en kaas. Lekker hoor. Weer een tijdje naar Britain got talent zitten kijken. De temperatuur is duidelijk aan het stijgen; het is warm onder de buiskap. Ik heb ook de fietsjes tevoorschijn gehaald en opengeklapt (met behulp van WD 40) want door het zeewater zat alles vastgerot, ze staan namelijk achter de grannybars onder het varen, zie je. Ik weet het, het is zonde, maar we willen binnen ook een beetje leven, weetjewel. De tassen waar ze in zitten vallen onder je handen uit elkaar en zijn zo lek als een, een uh, een lekke tas, die verrot is. We moeten even naar de stad om drie redenen: 1. om even te fietsen, 2. om wat te doen te hebben en 3. om diesel te halen want die is hier op de haven veels te duur (1,34 de liter).
Half vier. Nou jongens, een heel avontuur hoor! We zijn de stad in geweest en er helemaal aan de buitenkant langs de haven doorheen gefietst naar een buitenwijk, langs fraaie panden die we natuurlijk hebben gefotografeerd, net zo lang tot we een pompstation tegenkwamen (ESSO) waar we geheel automatisch met de bankkaart de can van zwager Willem konden voltanken voor slechts 1,11 euro de liter.
Pik in, tis winter. Ik schrok eerst wel even toen ik op het schermpje zag staan: u kunt voor 120 euro tanken! Ik had helemaal geen bedrag ingetoetst! Gelukkig bleek dat het maximum per tankbeurt te zijn. Pfffff! Een interessante fietstocht; we waren nog nooit die kant uit geweest. Terug door het centrum, de toerist uitgehangen, veel foto’s geknipt van de toren, de kerk, het stadhuis, enzovoort.
Ook een brood gekocht en een paar blikjes bier in de “Monopriks”. Langs de haven en bij onze jachthaven zijn de afgelopen jaren moderne flatachtige appartementengebouwen verrezen in een moderne vormgeving. Normaal gesproken (of abnormaal zo u wil) ben ik principieel tegen “modern” in huizenbouw, net als tegen de wind in kruisen, maar dit heeft wel wat moet ik bekennen. Heel fotogeniek allemaal. Het is open, strak en toch afwisselend in de grote beschikbare open ruimte die de scheepswerven van voorheen hebben achtergelaten. Best wel smaakvol, best wel. Er kwam ook een flatgebouw de haven binnenvaren in de verte, een mammoettanker of zo. Die durft, in dat nauwe gat.
Eigenlijk is Duinkerken heel erg mooi (geworden). De wegen en straten en fietspaden in de stad zijn gemoderniseerd en veelal opnieuw aangelegd. Op de haven nog een dagje doorreserveren bij het havenmeestertje in zijn splinternieuwe kantoor.
Nu ga ik de diesel overhevelen in de tank.
Vijf over half zeven. Ingeborg staat heerlijk eten te koken, de knoflook bulkt tegen het plafond op. De rest van de middag hebben we in de kuip zitten stoven in de zon, want het was warm geworden. Nu is echter de pleuris uitgebroken: het regent dat het giet en een onweer trekt over. Het regent uit het zuidoosten vandaan, je gelooft het niet! We moesten naar binnen vluchten met de computer, daar is de ontvangst momenteel niet zo best, helaas.
Tien over half zeven en Ingeborg staat nog steeds te koken. Ik vraag: heb je al eieren gekookt? Jazeker, is het antwoord. En ik heb helemaal niks geen eieren geprikt?! Want dat is mijn werk zie je. Ingeborg kan het niet. Ze heeft het wel geprobeerd in het verleden met dezelfde prikker waarmee ik prik, maar toch lopen bij haar de eieren leeg en bij mij niet. Zij prikt niet met gevoel en ik prik kennelijk wel met gevoel. En deze keer dan? Heb je nu geprikt? Neen, ik heb niet geprikt, ik heb ze zo in de pan gedaan. Waar zijn ze dan? Daar liggen ze; eentje gebarsten en uitgelopen en de ander wonder boven wonder niet. Zie je wel, je had mij moeten laten prikken!
Vanavond anderhalf uur geskypt met Linda, onder de buiskap vanwege de regen en nattigheid. Heel gezellig. We proberen af te spreken wanneer we in Nederland aankomen en dat Linda dan naar ons toe komt om ons te verwelkomen, maar dat is moeilijk want dat weet je nooit in de (zee)zeilerij, hoe dat loopt bedoel ik. In principe proberen we zaterdag a.s. IJmuiden aan te lopen en zondag door te varen naar Edam. We gaan het zien.
Half twaalf. We gaan naar bed. Ik heb geprobeerd te schrijven maar het ging niet. Klein stukkie maar. Tis windstil nu, het regent niet meer, wel vochtig buiten en doodstil.